Alleen een goed voornemen niet genoeg
Begin januari. De eerste goede voornemens zijn al weer gesneuveld. Eigenlijk best wel logisch, want er komt heel wat bij kijken om een leefstijl- en gedragsverandering te laten slagen. De meeste ex-rokers hebben meerdere pogingen nodig gehad voordat ze succesvol waren. En de meeste mensen die zijn afgevallen hebben de ervaring dat ze een deel van de verloren kilo’s weer aankomen.
Om voornemens succesvol te laten zijn is er meer nodig dan alleen een goed voornemen. Weten waarom je het doet, een goed plan hebben en niet bij de eerste de beste hobbel bij de pakken neer gaan zitten zijn cruciaal.
Ook is het handig om te weten waaróm zoveel goede voornemens mislukken. Als je weet waardoor het komt, kun je er iets aan doen.
10 redenen waarom goede voornemens mislukken
- Onrealistisch optimisme
Je wil iets veranderen, maar bent je eigenlijk niet bewust van wat je nu precies doet, hoe dit zich verhoudt tot eventuele richtlijnen en wat de gezondheidsrisico’s zijn. Hoeveel beweeg je eigenlijk per week? En voldoet dit aan de richtlijn voor bewegen? Wat zijn de gevolgen van te weinig bewegen?
De meeste mensen onderschatten ongezonde dingen die ze doen en overschatten gezonde dingen die ze doen. Ze denken bijvoorbeeld dat het wel meevalt met de hoeveelheid tussendoortjes die ze eten of dat ze minder alcohol drinken dan ze in werkelijkheid doen. Daarentegen denken ze dat ze meer groente en fruit eten dan ze daadwerkelijk doen.
Ook denken ze vaak dat ze het gemiddeld beter doen dan de rest (‘Bij mij valt het allemaal wel mee’).
- Niet genoeg gemotiveerd
Je wil het wel, maar je wil ook nog heel veel andere dingen (concurrerende doelen). Of je vindt het doel wel belangrijk (afgevallen zijn), maar hebt onvoldoende motivatie om het bijbehorende gedrag (alles met mate en minder tussendoortjes) uit te voeren. Of je bent vooral extrinsiek gemotiveerd en doet iets omdat iemand anders het belangrijk vindt. ‘Mijn partner vindt dat ik moet stoppen met roken’.
Zelf de noodzaak zien, intrinsieke motivatie en gedrag dat past bij wie je bent zijn cruciaal om een leefstijl- en gedragsverandering kans van slagen te geven. En bedenk hier: Gras gaat niet harder groeien door eraan te trekken. Je kunt iemand niet motiveren door heel erg te gaan lopen duwen en trekken.
- Wel willen, maar geen duidelijk doel hebben
Mensen zonder duidelijk doel verzanden snel. Je moet wel weten waarnaar je op weg bent (resultaatdoel), hoe je daar gaat komen (gedragsdoelen), en wat je er eventueel nog voor moet leren (leerdoelen).
Iemand die mee wil doen aan Dry January heeft een duidelijk resultaatdoel (een maand zonder alcohol), moet van te voren bedenken wat hij of zij gaat doen op momenten waarop normaal gesproken een alcoholische consumptie genuttigd zou worden (gedragsdoel), en moet daarnaast misschien nog ontdekken welke non-alcoholische alternatieven lekker zijn (leerdoel).
- Hardnekkige gewoontes
Veel leefstijlgedrag is gewoontegedrag. Zonder dat je er erg in hebt, heb je alweer twee keer opgeschept bij het avondeten. En vooral bij stress, vermoeidheid en negatieve emoties val je snel terug in oude, vertrouwde gewoontes. Die kosten minder energie.
Bij een leefstijlverandering ‘ontdooi’ je tijdelijk gewoontes, ga je er aan sleutelen zodat het een gezondere gewoonte wordt, die na verloop van tijd steeds automatischer gaat en weer in bevroren toestand komt.
- Denken dat je het niet kunt
Sommige dingen zoals stoppen met roken of afvallen kunnen moeilijk zijn, en als je dan niet voldoende vertrouwen in jezelf hebt dat je het je lukt, is de kans op succes klein. Keer op keer blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat dit vertrouwen in jezelf voorspelt of je wel of niet succesvol zult zijn in je poging om te veranderen. Bij weinig vertrouwen dat het je zal lukken, zijn kleine stapjes die snel tot een succeservaring leiden belangrijk.
Help jij anderen bij het ontwikkelen van gezonde gewoontes en wil je meer lezen over hoe je mensen kunt helpen bij het krijgen van meer vertrouwen in zichzelf? Lees dan het boek ‘Ik ga het gewoon (niet) doen’ van prof. Ingrid Steenhuis.
- Onvoldoende vaardigheden hebben
Voor een gezonde leefstijl moet je best veel kunnen. Je hebt gezondheidsvaardigheden nodig. Dat zijn vaardigheden die je nodig hebt om in het oerwoud aan informatie over gezondheid en ziekte de weg te kunnen vinden. Je hebt het nodig om adequaat door de gezondheidszorg te kunnen navigeren.
Maar daarnaast heb je nog vele andere vaardigheden nodig. Denk aan goed plannen, impulsen onderdrukken, iets wat je niet wil weigeren, of steun vragen. En dan heb je nog praktische vaardigheden zoals bijvoorbeeld etiketten van voedingsmiddelen lezen of gezonde kooktechnieken toepassen.
- Geen tijd, te moe en andere praktische barrières
Tijd, prioriteit, vermoeidheid, geld: soms is het een excuus, maar soms is het ook een daadwerkelijke barrière om een leefstijlaanpassing succesvol door te voeren. Feit is dat je leefstijl veranderen tijd en energie kost. Feit is ook dat mensen daar niet altijd de ruimte voor in hun hoofd hebben. Financiële problemen, ziekte en pijn, mantelzorg: dit en vele andere dingen beperken de mogelijkheden.
- De sociale omgeving werkt niet mee
Een leefstijlverandering is gemakkelijker als de omgeving dit steunt. Dan kunnen ze praktisch helpen (gezonde boodschappen in huis halen), of mentale steun geven (afleiding bieden als het even moeilijk is). Toch kan een verandering voor de omgeving confronterend zijn. ‘Jij gaat afvallen, dat zou ik misschien ook wel moeten doen’. Dit kan juist leiden tot tegenwerking in plaats van steun. ‘Doe niet zo ongezellig en drink gewoon een wijntje mee’.
- Overal zijn verleidingen
We leven in een maatschappij vol verleiding waar altijd, overal, grote porties ongezond eten beschikbaar is. Op televisie zie je in sommige programma’s dat er continue alcohol genuttigd wordt. Niet echt gemakkelijk als je net begonnen bent aan een alcoholvrij leven. De supermarkt maakt vooral reclame voor de producten die niet in de Schijf van vijf staan. De gezonde keuze is helemaal niet de gemakkelijke keuze. Als je een gezonde leefstijl wil, moet je opboksen tegen dit soort omgevingsinvloeden.
- Na een uitglijder helemaal stoppen
‘Ik heb het nu toch al verpest, dus laat maar zitten’. Na één biertje volgen er meer, en na één koek die je niet van plan was om te eten volgt de rest van het pak ook. Mensen hebben de neiging om erg zwart-wit te denken over hun goede voornemen. Zolang het lukt is het goed, maar na de eerste uitglijder gooien ze het bijltje erbij neer.
Een leefstijlverandering gaat met vallen en opstaan. Daar horen uitglijders bij, dat is heel normaal. Het gaat er niet om dat je af en toe een uitglijder hebt, maar hoe je er mee om gaat. Leer je ervan en ga je weer door? Of is je goede voornemen definitief gesneuveld?
Voor mensen die aan het afvallen zijn en willen leren omgaan met terugval en uitglijders is er het boek Terugval en verleiding.
Professionals die mensen begeleiden kunnen meer lezen over de oorzaken van terugval en wat je kunt doen in het boek ‘Ik ga het gewoon (niet) doen’ van prof. Ingrid Steenhuis.
Materialen tools
Als je weet waaróm goede voornemens vaak zo snel sneuvelen, kun je er ook iets aan doen. Om mensen effectief te begeleiden hierbij zijn er verschillenden materialen en tools beschikbaar:
- Coachkaarten Positieve leefstijlverandering
- Het LeefstijlCanvas (gratis download beschikbaar)
Of volg een training:
Lijkt het je leuk om mensen te begeleiden bij leefstijl? Kijk dan op www.leefstijlcoachacademy.nl